Vanaf de dijk bij Spijk, waar de Rijn Gelderland binnen snijdt, was in 2021 een enorme opgraving te volgen. Maar wel op afstand, want vanwege de toenmalige Coronamaatregelen konden de archeologen van RAAP de onvoorstelbare hoeveelheid vondsten niet tonen aan het publiek. Zo ontstond het idee om een digitaal museum in te richten over de sporen van honderden jaren menselijke activiteit langs de oevers van de rivier. Afgelopen zomer ging het ´digimuseum´ over Spijk live. Speciaal voor de Nieuwsbrief spraken we met Eric Norde, senior projectleider bij RAAP, over de ervaringen met en de toekomst van het digitale museum: ´De mogelijkheden zijn eindeloos.´
Hoe is deze tentoonstelling tot stand gekomen?
Dit digimuseum was een enorme wens vanuit de bewoners. De tastbare resten uit de Tachtigjarige Oorlog, de Tweede Wereldoorlog, maar vooral ook de moderne tijd (zoals de steenfabrieken) spraken enorm aan omdat ze zo beeldbepalend zijn voor de Spijkse uiterwaarden. Vanuit RAAP hadden we alleen geen ervaring met het opzetten van een digitaal museum, en binnen de archeologie ken ik ook geen vergelijkbare voorbeelden. Wel zagen wij direct de mogelijkheden: een interactieve ervaring, met verschillende lagen en detailniveau´s. Tijdens gesprekken met vormgevers, schrijvers en de archeologen groeiden de ideeën over de tentoonstelling langzaam. Een mooi voorbeeld van deze discussiesessies is de afbeelding van het ingegraven skelet in het kampement, die we letterlijk ook zo in de grond hebben aangetroffen. Door Royal HaskoningDHV werd de digitale omgeving, de virtuele tentoonstellingsruimte, geleverd en deze kan nu gewoon door RAAP worden aangevuld of vernieuwd. Het is alsof je een potje vervangt in een vitrine.
Waar ben je het meest tevreden over? En wat zou nog beter kunnen?
De tijdlijn die je kunt volgen is overzichtelijk en duidelijk. We kunnen het verhaal van de opgraving zo chronologisch vertellen, maar je kunt zelf ook makkelijk je weg vinden als je op specifieke onderwerpen in wilt zoomen. Een wens zou nog zijn om je als bezoeker vrij door de virtuele tentoonstellingsruimte te kunnen bewegen; je kunt nu 360 graden rondkijken, maar blijft gebonden aan een aantal gefixeerde standpunten. Al met al zijn we zeker tevreden over het digimuseum, getuige ook de 2500 unieke bezoekers van over de hele wereld. Dit aantal vlakt wat af, dus het blijft noodzaak om het digimuseum periodiek te vernieuwen. Qua samenwerking met Gelderse musea en binnen de archeologische wereld is er ook nog winst te behalen: we weten elkaar nog te weinig te vinden. Een aantal overheden heeft al wel interesse getoond in het digimuseum en dan kan het balletje snel gaan rollen.
Wat zijn jullie plannen met het digimuseum? Komt er ook een digimuseum rondom de opgraving in Herwen?
Wij willen graag op een toegankelijk en laagdrempelige manier gegevens delen. Voor een digimuseum over Herwen is het nu nog te vroeg, maar we zullen een digimuseum als medium zeker blijven gebruiken. In combinatie met social media en publieksactiviteiten levert dit ons ook meer input op en kunnen we meer vraaggestuurd werken. Welke verhalen wil het publiek horen? Ook kunnen we met een digimuseum veel sneller inspelen op de actualiteit: als we straks bij de uitwerking van het onderzoek bij Spijk iets nieuws ontdekken kan dat vrijwel direct in het digimuseum worden getoond. We zien volop mogelijkheden, maar spannend is het wel: lukt het ons om de ´traditionele´ museumbezoeker te kunnen bedienen én tegelijkertijd ook een jongere doelgroep aan te spreken?