In de vorige nieuwsbrief verwonderde Johan Oosterman zich over al die schoonheid die hij, gewapend met ‘reisgids’ De Grenzen van Gelre, tijdens zijn fietstocht langs de grenzen van het oude hertogdom tegenkwam. Vooral de hedendaagse Duitse gedeelten van het Overkwartier zijn zo – onterecht – onbekend en onbemind: de grens heeft aan én voor beide kanten veel te bieden. Het kan dan ook nauwelijks toeval zijn dat Gerd Halmanns al fietsend de inspiratie opdeed voor zijn vorige maand verschenen boek Du, Mein Geldern: Drachen- und LandLebenStadt an der Niers – een zoektocht naar de sporen uit het verleden in de oorspronkelijke hoofdstad van Gelre.
Halmanns, tevens voorzitter van de Historischer Verein für Geldern und Umgegend, verhaalt over de Romeinse erfenis van Geldern, haar betekenis voor het oude hertogdom Gelre, maar ook over de invloed die latere periodes hebben gehad op de stad die zwaar werd gebombardeerd tijdens WOII. Hierdoor zijn tastbare objecten en artefacten uit het Geldern van de vijftiende, zestiende én zeventiende eeuw bijna compleet verdwenen – gelukkig is de afdruk van het verleden in kunst, cultuur en het ‘levensgevoel’ nog altijd merkbaar. Speciaal voor deze nieuwsbrief spraken we daarom met Halmanns over Du, Mein Geldern.
‘Het is geen wetenschappelijk boek,’ verklaart Halmanns desgevraagd. ‘Ik zie het als een soort cultuurhistorische gids voor inwoners, maar ook voor bezoekers van de stad. Het gaat vooral om de vraag wat we vandaag nog van de geschiedenis kunnen terugvinden. Daarom is er bijvoorbeeld ook aandacht voor kunst in de publieke ruimte en over het landschap rond de stad. Bijna de helft van het boek bestaat uit foto’s, die ik tijdens mijn fietstochten door de stad en de omliggende dorpen gemaakt heb. En de invloed van het oude hertogdom? ‘Dat we in de buurt van Nederland liggen is en blijft duidelijk waarneembaar. Veel plaatsen en plaatsnamen herinneren aan het oude hertogdom, maar denk ook aan culturele en religieuze tradities als de pinksterkermis (de grootste van de Nederrijn) en het drakenfeest. Ook de invloed van de Spaanse (1543-1703), Pruisische (vanaf 1703) of de Franse tijd (1794-1814) is nog merkbaar.’
Als laatste heeft Halmanns nog enkele ‘Geheimtipps’ voor Nederlandse bezoekers: ‘Het meest bekend is waarschijnlijk de parochiekerk St. Maria Magdalena met de begraafplaatsen van regentes Katharina (1440-1497), de zus van hertog Adolf van Gelre, en die van Elisabeth van Brunswijk-Lueneburg (1494-1572), de vrouw van hertog Karel van Gelre. Maar ook de kazematten en de Molentoren en oude vestingtoren (uit 1550 – 1600) zijn een bezoek waard, maar niet altijd open. Voor wie wil fietsen kan ik het oude kanaalproject ‘Fossa Eugeniana’, met zijn nog goed zichtbare schansen, aanbevelen. Of een rondgang langs de tien burchten, die nog deels als ruïne in en rondom Geldern te zien zijn. Het boek gaat immers niet alleen over Geldern, maar ook om de omliggende streek, met bijvoorbeeld Aengenesch. Deze op één-na-oudste bedevaartsplaats van de Nederrijn werd in 1436 door hertog Arnold van Gelre aan het Karmelietenklooster in Geldern toegewezen.’
Gerd Halmanns, Du mein Geldern: Drachen- und LandLebenStadt an der Niers: Anno-Verlag 2020. ISBN: 3939256951.
Kris Brussen