Extra veel aandacht is er deze Nieuwsbrief voor de boeiende wereld van de archeologie op Gelders gebied. De bodem van het oude hertogdom is namelijk ongekend rijk aan overblijfselen en sporen. Zeer recent nog begon de opgraving van een mysterieus middeleeuws gebouw in Apeldoorn. Hierover hopelijk meer in de volgende Nieuwsbrief.
In het nieuwste magazine van RAAP, het grootste adviesbureau voor archeologie en cultuurhistorie, is tevens uitgebreid aandacht voor de opgraving van de ´dwangburcht’ van hertog Karel van Gelre in Harderwijk. Op de plek van een gesloopt restaurant troffen archeologen hier eind 2020 een complex van stadsmuren, woningen en verdedigingsstellingen aan. Met de bouw van deze dwangburcht in 1538 poogde hertog Karel het bij tijd en wijle opstandige Harderwijk te bedwingen. Op de kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is de dwangburcht nog ten noorden van de oude stad te herkennen, maar in 1581 moest het complex alweer wijken om de stad beter te kunnen beschermen tegen de Spanjaarden. De locatie van de dwangburcht was al enige tijd bekend, maar vooral de omvang van het hele complex verraste archeologen én ook de Ridders van Gelre. En hoewel een deel van de dwangburcht blijvend zichtbaar zal blijven voor het publiek vielen andere restanten in 2021 alsnog ten prooi aan de sloophamer. Zo blijft de dwangburcht van Harderwijk na bijna 500 jaar nog steeds de gemoederen bezig houden. Speciaal voor de Nieuwsbrief licht archeoloog Dorien te Kiefte, projectleider van de opgravingen in Harderwijk, de belangrijkste bevindingen toe.
Een hele klus?
‘Het veldonderzoek aan de Strandboulevard is net afgerond. We zijn namelijk nog op veel meer gestuit dan ‘alleen’ de dwangburcht. Behoorlijk wat sporen – zoals van palen, greppels en putten – gaan terug naar de veertiende eeuw en enkele sporen zelfs naar de twaalfde of de dertiende eeuw. Uit de periode van het dwangburchtcomplex zijn de muren, poeren, vloeren en ingemetselde waterput van een rechthoekig gebouw teruggevonden, vermoedelijk de resten van het Blokhuis dat hier gestaan zou hebben. De muren representeren de fundamenten van het gebouw en begrenzen een kelder met een vloer van rode bakstenen.´
Wat zijn er veel muren bewaard gebleven!
´De vondst van zulke goed geconserveerde muren van de laatmiddeleeuwse stadsmuur en het zestiende-eeuwse bolwerk is zeker opvallend. In het metselverband van de stadsmuur is Vlaams verband geconstateerd, een metselverband dat veelvuldig werd toegepast in bouwwerken tot circa 1375. De stadsmuur lijkt daarom op veel plekken ouder te zijn dan tot nu toe werd aangenomen in de geschiedenis van Harderwijk. Hierbij werd vaak, maar zonder duidelijke bronnen, uitgegaan van 1425 als bouwjaar. We stuiten bovendien op het fundament van een mogelijke laatmiddeleeuwse hoektoren, waarmee we de stadsmuur nóg beter kunnen volgen.´
Hoe bijzonder zijn deze vondsten?
´In de noordoostelijke hoek konden we de stadsmuur volgen tot deze overging in een stadspoort: de nog nooit eerder aangetroffen Peelenpoort. Deze poort voerde naar de Grote Oosterwijck. Het grote formaat van de meest voorkomende stenen wijst op een laatmiddeleeuwse datering. De poort was volledig gefundeerd op grote ruwe blokken van veldkeien, een fenomeen dat nog niet eerder bij de stadspoorten van Harderwijk is waargenomen. Ook bij de dwangburcht troffen we bijzondere steensoorten aan. De westelijke muur van het bolwerk (die aansluit op de zeetoren en de zogenaamde Kiekmuur) is bekleed met zandstenen blokken tegen de verwering door de zee die op deze muren beukte. Achter deze muur hebben we een ondergrondse ruimte (een kazemat) en een gang opgegraven – compleet met wapennissen en schietgaten. De uitwerking en de rapportage van het onderzoek is nu in volle gang, we hopen het in het najaar van 2022 te kunnen publiceren.´