RECENTE GESCHIEDENIS EN HERINNERING
.

Jos Palm, Kind van Maria en Mao. Het verhaal van een generatie (Uitgeverij Atlas Contact, 2024).
Aan de hand van de geschiedenis van het gezin waarin hij opgroeide vertelt Jos Palm het grotere verhaal over de breuk in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen God verdween uit Nederland. Als kind kleurde hij plaatjes van Jezus en spaarde hij zilverpapier voor de missie. Jaren later plakte hij met zijn twee oudere zussen zegeltjes met het hoofd van Marx erop in het boekje van de toenmalige maoïstische Socialistische Partij. Maria was ingeruild voor Mao. Palms verhaal is pijnlijk en soms hilarisch, een verhaal over afscheid nemen van een oude vertrouwde wereld die diep in het systeem van hem en zijn generatie zat. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Gelderland.
Tim Smeets, Ode aan de doorzonwoning (WalburgPers, 2024).
Een tijdreis in woord en beeld door de doorzonwoning. Met persoonlijke gesprekken met bewoners en Gerrit de Jager, de tekenaar van de bekende strip De familie Doorzon.
Sinds de wederopbouw kent ons land straten vol met geschakelde huizen, eengezinswoningen, of liever doorzonwoningen, zoals we ze graag noemen. Tezamen zeker een miljoen, met achter iedere gevel een eigen leven en een eigen verhaal. Toch is het grotere verhaal over het doorzonhuis nog niet eerder uitgebreid verteld. Ode aan de doorzonwoning geeft een ruime inkijk in huis, tuin en keuken van de afgelopen decennia. Met aandacht voor het ontstaan van het huistype in de wederopbouwtijd, nieuwe levensstijlen, verbouwingen in de jaren zeventig en later (dakkappel, schuifpui, zitkuil), de inrichting van de tuin (terrassen, vijvers en schuttingen) – en over het veranderende leven in de buurt en van buurtgenoten. Was de doorzon in de jaren vijftig het toppunt van moderniteit, kort na haar ontstaan worstelde ze al met een imagoprobleem. Waarom eigenlijk? Wat is er mis met een huis dat hetzelfde is als dat van de buren? Aan het woord ook de bewoners zelf over woonplezier en -beslommeringen. Met interviews van Barend de Voogd en foto’s van Marijn Scheeres. Het boek bevat diverse Gelderse voorbeelden.
Klaas Tammes, Verlicht liberaal in driedelig grijs: het leven van Molly Geertsema (1918-1991) (Uitgeverij Prometheus, 2024)
Molly Geertsema (1918-1991) heeft als een van de weinige bestuurders op alle niveaus van het openbaar bestuur een bepalende rol gespeeld. Hij was gemeenteraadslid, burgemeester, lid van de Tweede en Eerste Kamer, fractievoorzitter, politiek leider, minister, vicepremier en tien jaar commissaris van de Koningin in Gelderland. Hij woonde ook in deze provincie: op kasteel Middachten.
Als politiek leider van de VVD was hij de voorganger van Hans Wiegel. Hij stond zich erop voor dat hij Hans Wiegel had ontdekt, maar zag met leedwezen aan dat met hem de koers van de partij naar rechts afboog. Geregeld gaf hij daar commentaar op, waardoor hij zich ontwikkelde tot het liberale geweten van de VVD.
Molly Geertsema was een unieke, volstrekt autonome, karakteristieke persoonlijkheid die geen blad voor de mond nam. Zijn boude uitspraken brachten hem meermalen in een kort geding voor de rechter. Ook streed hij zijn hele politieke leven voor gelijke rechten van homoseksuelen.
KASTELEN, BUITENPLAATSEN EN LANDGOEDEREN
.

M. Diepeveen-Jansen, Kastelen, buitenplaatsen en landgoederen langs de Oude IJssel (Uitgeverij Hermans, 2024).
Langs strategisch gelegen waterwegen in ons land lagen talrijke kastelen, buitenplaatsen en landgoederen waar de adel verbleef om hun bezittingen te besturen, recht te spreken, te jagen, pacht en tol te innen, en met elkaar te kunnen verkeren. Zo ook langs de Oude IJssel. Daar hebben de meeste adellijke huizen onze tijd niet gehaald, maar toch is er verrassend meer bewaard gebleven dan men over het algemeen denkt. Zo zijn er de indrukwekkende kastelen Keppel en Wisch en de huizen De Kemnade en Landfort. Maar ook kasteel De Kelder, huis Wesenthorst en de boerderij ‘t Mulra zijn bewaard gebleven en op andere plaatsen houden overblijfselen van de huizen of informatieborden de herinnering aan zulke historische locaties levend.
De auteur vertelt in dit boek het bijzondere verhaal van de opkomst en neergang van de huizen en hun bewoners, en de strijd en sociale onrust die daaraan ten grondslag lag of daarmee gepaard ging. Het wordt duidelijk dat de Oude IJssel een met buitenplaatsen en kastelen bezaaide rivier is geweest.

Hanneke Ronnes, Conrad Gietman, Claartje Wesselink, Schitterende ballast: buitenplaatsen in de moderne wereld (Wbooks, 2024).
Schitterende ballast beschrijft de Nederlandse kastelen en buitenplaatsen in de twintigste en eenentwintigste eeuw. Een tijd waarin dit erfgoed steeds kwetsbaarder werd als gevolg van maatschappelijke veranderingen. Hoe ga je dan om met deze ‘schitterende ballast’?
Huizen van de elite werden in toenemende mate gezien als ‘niet meer van deze tijd’ en werden verkocht, herbestemd of gesloopt. Landgoederen werden opgegeten door uitdijende dorpen en steden. Bewoners die tegen de tijdgeest in wilden vasthouden aan hun bezit, moesten op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen om de steeds hogere woonlasten en belastingmaatregelen te kunnen dragen. Dit boek belicht dit erfgoed en zijn oude en nieuwe gebruikers vanuit diverse invalshoeken: onder andere sociale, politieke, kunst- en cultuurhistorische, koloniale, feministische en landschappelijke aspecten komen aan bod. In Gelderland worden Nederhemert en Leuvenum uitgelicht.
MIDDELEEUWEN EN VROEGMODERNE TIJD
.

Sieg Monten, Historische atlas van de Lage Landen 1257-1439 (Uitgeverij Omniboek, 2024).
In ‘Historische atlas van de Lage Landen 1257-1439’ beschrijft Sieg Monten de geschiedenis van België en Nederland aan de hand van twintig historische kaarten. Hij begint met de dood van Rooms-koning Willem II in 1256 en eindigt in 1439, wanneer de eerste fase van de Bourgondische eenmaking afgerond is. De kaarten tonen de politieke en militaire geschiedenis van het gebied dat nu België en Nederland is. Elke kaart – en dus elk hoofdstuk – overspant de regeerperiode van een Rooms-Duitse vorst. Op (een deel van) het graafschap Vlaanderen na vertegenwoordigde hij in de Lage Landen tussen de dertiende en de vijftiende eeuw het centrale gezag.
De kaarten tonen de lezer hoe de Lage Landen evolueren en kaart voor kaart de vorm krijgen zoals we die vandaag de dag kennen. Uiteraard is ook Gelre onderdeel van deze geschiedschrijving.
De ‘Historische atlas van de Lage Landen 1257-1439’ is het zelfstandig te lezen vervolg op ‘Historische atlas van de Lage Landen’ 814-1256.

Ronald de Graaf, ‘Gelderland. De Gouden Eeuw van de spirituele vernieuwing (14de-15de eeuw), in: Louis Sicking (red.), Elke provincie een eigen Gouden Eeuw: de bloeiperiodes van Nederland, 7de-21ste eeuw (Uitgeverij Prometheus, 2024) 135-154.
De Gouden Eeuw, volgens velen de roemrijkste periode in de Nederlandse geschiedenis, roept vandaag de dag ook weerstand op. Sommigen pleiten er daarom voor het begrip af te schaffen. Dit boek beoogt het op het gewest Holland toegespitste debat open te breken door het predicaat ‘Gouden Eeuw’, mét zijn keerzijden, juist aan alle provincies van Nederland toe te kennen.
Twaalf auteurs nemen elk een provincie onder de loep en stellen een aspect van haar geschiedenis centraal waarvan het belang de eigen regio overstijgt. Zonder dat alles goud was wat er blonk, laat Elke provincie een eigen Gouden Eeuw zien dat op veel meer manieren naar de Nederlandse geschiedenis gekeken kan worden dan enkel door een Hollandse bril. Voor Gelderland wordt de ‘Gouden Eeuw van de spirituele vernieuwing’ (14de-15de eeuw) uitgelicht door Ronald de Graaf.
Jeroen Benders, Hanno Brand, Rob Kammelar, Diederik Rijs, Hanze, handel en heibel. Zutphen en Zutphenaren in een middeleeuws Noord-Europees netwerk. Zutphense Erfgoedpublicaties 3 (Grafistar Lichtenvoorde, januari 2025).
Over de Hanze, het netwerk waarbinnen een groot aantal Noord-Europese steden onderlinge handelscontacten onderhield, bestaan vooral algemene noties. Voor Zutphen betekende de Hanzetijd – we spreken ruwweg van 1300 tot 1500 – een ongekende bloeitijd van de stedelijke economie. De bijdragen van diverse auteurs aan dit derde deel van de Zutphense Erfgoedpublicaties maken duidelijk dat de Hanze in werkelijkheid veel weerbarstiger is dan we dachten.
Ze verhalen van de handelsgeest en ondernemingslust van de Zutphense reders die hun koggeschepen over de Noordzee en Oostzee stuurden om hout, haring, aardewerk, wijn en gewezen stoffen vanuit en naar Zutphen te vervoeren. Enkele vestigden zich zelfs in het buitenland, waar ze belangrijke bestuurlijke posities wisten in te nemen.
Maar uit de verhalen komt ook de schaduwkant van deze welvaart naar boven en blijkt de Zutphense bestuurlijke elite zo nodig te handelen uit opportunisme en eigen gewin. Ze schroomden niet piraterij toe te dekken.
Marjolein Koudstaal, ‘ “Niet weder aan malkanderen gezet” of “hoe een boekverkoper zijn eigen uitgave moest versnijden”. De geschiedenis van een verboden boek in Zutphen’, Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 31 (2024) 111-129. DOI: https://doi.org/10.5117/JNB2024.006.KOUD
Het artikel gaat over de omgang met door een Zutphense dominee geschreven boek dat omstreeks het midden van de achttiende eeuw verboden werd door de theologische faculteit van de Gelderse Universiteit te Harderwijk. Het stadsbestuur werd gedwongen tot acties die ook impact hadden op Zutphense boekverkopers. Tevens komt aan bod in hoeverre deze zaak representatief is voor boekencensuur in de achttiende eeuw.
Het artikel is open access beschikbaar: https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/JNB2024.006.KOUD
TWEEDE WERELDOORLOG
.
Esther Shaya, Gert Jan de Vries, Joodse huizen 10. Verhalen over vooroorlogse bewoners (Stichting Amphora Books, 2024).
In 2015 verscheen het eerste boek getiteld Joodse Huizen, een verhalenbundel over het dagelijks leven van de ooit zo bloeiende vooroorlogse joodse gemeenschap in Nederland. Er bleek grote behoefte aan een dergelijk boek, want in 2024 verscheen alweer het tiende deel. Hoewel dit deel veel verhalen bevat over het vooroorlogse leven in en om huizen in Amsterdam, zijn er ook weer huizen en families uit de rest van het land in te vinden. Uit Gelderland gaat het om de ervaringen van een actief lid van de Joodse kerkenraad die woonde bij het Sophiapark in Apeldoorn en een Culemborgs gemeenteraadslid aan de Kattenstraat.

Andrea Kieskamp (red.), Marion Anker, Edwin Maes en Tim Smeets, Kunstbunkers en cultuurkaravanen: De bescherming van cultureel erfgoed in de Tweede Wereldoorlog (Walburgpers, 2024).
Van 1 oktober 1939 tot 1 oktober 1946 coördineerde de Rijksinspectie Kunstbescherming onder leiding van Jan Kalf de bescherming van monumenten, musea, archieven en bibliotheken tegen oorlogsgevaar. Tienduizenden kunstschatten, historische objecten, bibliotheken en archieven werden geëvacueerd naar tijdelijke veilige onderkomens als scholen, kerken, binnenschepen en kastelen. Later gingen ze naar door het Rijk gebouwde bomvrije bergplaatsen.
Het boek brengt nuance aan in het beeld dat de roof van de Duitse bezetter de enige bedreiging was voor het Nederlands erfgoed in oorlogstijd en laat zien hoe honderden mensen zich inzetten om het nationaal erfgoed in oorlogstijd, met al zijn nieuwe, verwoestende wapens, in veiligheid te brengen. Het bevat onder andere een hoofdstuk over het Openluchtmuseum (Arnhem) en Slot Loevestein.

Elyze Storms-Smeets en Nick van den Berg (red.), Oorlog in Arcadië: 1940-1945 (Wbooks, 2024).
Arcadië, paradijs op aarde. Zo werden Nederlandse kastelen en landgoederen vanaf de zeventiende eeuw vaak gezien. In Nederlands landgoedonderzoek is de periode 1940-1945, waarin de oorlog naar arcadië kwam, veelal onderbelicht. Nederlandse, Duitse en Geallieerde legers vorderden een groot aantal kastelen en landhuizen met hun bijhorende boerderijen en gronden. Eigenaren werden geconfronteerd met gevaarlijke situaties en stonden vaak voor onmogelijke keuzes, die nog decennia lang invloed zouden hebben.
Meer dan 90 Nederlandse landgoederen werden door het Nederlandse leger gebruikt tijdens de mobilisatie. Maar liefst 400 werden gevorderd door de Duitse bezetter voor uiteenlopende functies. Zo’n 105 kastelen en landhuizen raakten compleet verwoest door oorlogsgeweld en honderden licht tot zwaar beschadigd. Door buitenverblijven te bestuderen als microkosmossen in bezettingstijd ontstaat dieper begrip van het leven op het platteland.
Veel thema’s komen aan bod. Niet alleen het militaire belang van landgoederen, maar ook zelfvoorzienendheid, kunst(roof), de rol van eigenaren, toerisme, verwoesting en wederopbouw. Via thematische essays, kaderteksten met ‘stemmen uit het verleden’ en zes persoonlijke geschiedenissen, geeft Oorlog in Arcadië zowel een overzicht van belangrijke gebeurtenissen en processen rondom Nederlandse kastelen en landgoederen in oorlogstijd, als intieme, persoonlijke inzichten van landgoedeigenaren, militairen en vluchtelingen.
Dit boek is één van de producten van het landelijke onderzoeksproject Oorlog in Arcadië, over Nederlandse kastelen en landgoederen in de Tweede Wereldoorlog. Het project is een samenwerking van het Gelders Genootschap en de Nederlandse Kastelenstichting. Het is genomineerd voor de Prodesse Conamur prijs voor Arnhemse Geschiedenis, en heeft de Ithakaprijs 2024 gewonnen.
Met bijdragen van Nick van den Berg, Marlieke Damstra, Julia van Duijvenvoorde, Wouter van Elburg, Merel Haverman, Manuela Hoepman, Ingrid Jacobs, Yme Kuiper, Ad van Liempt, Willemieke Ottens, Hinke Piersma, Michiel Purmer, Kees Ribbens, Hanneke Ronnes, Joost Rosendaal, Elyze Storms-Smeets, Kim van de Ven, Fred Vogelzang en Sazya Zeefat.
DE LENTEZON IN
.
De lente is weer in aantocht, en dat betekent dat het een goed moment is om een wandelgids uit te zoeken die ons dit voorjaar langs verrassende cultuur-historische plaatsen in Gelderland leidt. Volg bijvoorbeeld oude spoorlijnen onder begeleiding van historisch geograaf Kees Volkers en (her)ontdek de lijn Vaassen-Apeldoorn, Nijmegen-Groesbeek of de Gelderse Vallei. Of neem een kijkje in de omgeving van één van de voormalige Gelderse kunstenaarskolonies in Nunspeet, Oosterbeek of Hattem. Kunstenaars uit binnen- en buitenland trokken tussen ca. 1840 en 1940 naar deze en andere plekken om in de buitenlucht te werken, geïnspireerd door de aantrekkelijke, ‘ongerepte’ omgeving. Yolande Emmelot en Sjoerd Karsten brengen daarbij ook onder invloed van deze kunstenaars ontstane musea onder de aandacht. Neem ter verdieping het recent verschenen boek van Jessica Voeten en Margot Jongendijk over het werk van schilder Martin Monnickendam ter hand: Monnickendam op de Veluwe. Deze Amsterdamse schilder (1874-1943) bracht met vrouw en dochters de zomers van 1920 en 1921 door op de Veluwe. Dit is een catalogus bij een tentoonstelling over tekeningen uit deze periode die aan het Noord-Veluws Museum in Nunspeet geschonken zijn.
Vanaf de tuinbank kun je denkbeeldig meelopen met één van de ‘werkwandelaars’ waar Wim Huijser een boek over schreef. Hij gebruikt deze mooie term voor mensen die voor hun beroep veelal lopend door het landschap trekken en trokken. Voorheen waren dit bijvoorbeeld aardmakers, houtvesters en waterklerken; tegenwoordig zijn dit routemakers, wandelcoaches en plandelmannen. Zij stonden en staan in nauwe verhouding tot het landschap. In tegenstelling tot meer dan een eeuw geleden heeft inmiddels de helft van werkend Nederland een zittend beroep. Daarmee is echter ook veel vanzelfsprekende kennis over ons landschap verloren gegaan. Tegelijk heeft onze moderne tijd ook weer nieuwe werkwandelaars voortgebracht. Met hen voerde Huijser wandelgespreken over hun ‘loopbaan’ en kijk op het landschap. Hij ging onder andere de Posberg over, liep door het Renkums Beekdal, langs de Modderbeek en over landgoed Boeschoten bij Garderen.
Strikt genomen past dit boek niet op deze historisch georiënteerde Leestafel. Toch zijn wij nieuwsgierig: wellicht bieden de blikken van deze nauw met het landschap verbonden moderne werkwandelaars een nieuw perspectief op de levens van hun historische voorgangers in het Gelderse landschap.

Wie liever op de motor stapt of de oldtimer uit de garage haalt, kan de Gelderse vestingstedenroute volgen. De route met beknopte beschrijvingen van historische bezienswaardigheden is online te raadplegen, maar ook in een boekje met dezelfde naam. De eerste etappe maakt het rondje Zutphen, Lochem, Groenlo, Bredevoort, ’s Heerenberg en eindigt in Doesburg. De tweede etappe tourt van Wageningen via Tiel, Buren, Culemborg en Heukelum naar Zaltbommel.

Kees Volkers, Wandelen langs oude spoorlijnen (Gegarandeerd Onregelmatig, 2024).
Yolande Emmelot, Sjoerd Karsten, Naar de natuur: wandelen in en rond kunstenaarskolonies (Gegarandeerd Onregelmatig, 2024).
Jessica Voeten, Margot Jongedijk, Monnickendam op de Veluwe (Waanders Uitgevers, 2024).

Wim Huijser, Werkwandelaars (Noordboek, 2024).
GELDERS LANDSCHAP
.

R. van Lanen e.a. red., De logica van het landschap. Opstellen over archeologie, ecologie en geschiedenis (Uitgeverij Verloren, 2024).
Fossiele eiken, veen- of bostoponiemen, Romeinse houtskoolmeilers, wildforstersgoederen, kogelpotten, relieken en bescherming van het landschap: in De logica van het landschap geven 31 artikelen samen een beeld van het brede werkterrein van de archeologie en landschapsgeschiedenis. Het boek is een liber amicorum, aangeboden aan landschapsarcheoloog en hoogleraar Ecologische Landschapsgeschiedenis Bert Groenewoudt bij zijn afscheid bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Het bevat diverse bijdragen waarin Gelderland aan bod komt, waaronder het onderzoek over de ‘Slotheuvel bij Bronkhorst. Te waarderen natuurinclusief cultureel erfgoed aan de IJssel’ door Robert M. van Heeringen, en het artikel van Michel Groothedde over ‘De relieken van de Sint-Walburgiskerk te Zutphen en in het bijzonder die van Sint Justus’.
Henri Slijkhuis, Landschapsgeschiedenis van de Noordoost-Veluwe (Bekenstichting, 2024).
Het landschap op de Noordoost-Veluwe kent een gevarieerde geschiedenis. Rivieren, landijs en wind hebben allerlei terreinvormen en geologische afzettingen laten ontstaan. Deze geologische af- wisseling heeft in de daarop volgende eeuwen geleid tot grote verschillen in grondsoort, waterhuishouding en plantengroei.
Het ontstaan van en de veranderingen in het landschap worden in dit boek beschreven. De stuwallen, grafheuvels, beken, sprengen en kerkgebouwen die we nu nog aantreffen, hebben stuk voor stuk de eeuwen getrotseerd. Ze zijn meestal niet veel van vorm en uiterlijk veranderd, maar hebben in alle perioden van hun bestaan wel steeds nieuwe betekenissen gekregen in het leven van de bewoners in de desbetreffende tijd. In deel 1 van het boek wordt een overzicht gegeven van de veranderingen in het landschap van de prehistorie tot heden.
In het tweede deel worden een aantal ingrepen in het landschap uitgediept, die nu nog goed waarneembaar zijn. De enken rondom de dorpen zijn een voorbeeld van eeuwen terug, de hoogwatergeul tussen Veessen en Vorchten is van zeer recente datum. Elf onderwerpen worden behandeld. Uit verschillende tijden wordt een voorbeeld besproken. De voorbeelden zijn zo gekozen, dat het gehele gebied tussen Apeldoorn en Hattem aan de orde komt.
Tjirk van der Ziel, Wim Eikelboom Atlas van de Veluwe (WBooks, 2024).
De Veluwe staat bekend om de uitgestrekte bossen, heidevelden en zandvlakten. Maar ook de randzones horen erbij; ze zijn historisch, geologisch en hydrologisch er onlosmakelijk mee verbonden. In feite is de Veluwe één groot, samenhangend gebied tussen de Rijn, de IJssel en de kust van de Zuiderzee, nu het Randmeer, en kent daardoor uiterst gevarieerde natuur- en cultuurlandschappen. De aanwezigheid van helder stromend water is daarbij voor de bewoners altijd cruciaal geweest.
De Atlas van de Veluwe belicht deze rol door de eeuwen heen en trekt de lijnen door naar het heden en de toekomst. Nu klimaatverandering leidt tot extremer weer met langere perioden van droogte afgewisseld met veel neerslag in soms korte tijd, wordt zorgvuldig waterbeheer belangrijker dan ooit. Dat stelt de Veluwe voor grote uitdagingen. Ten behoeve van deze publicatie zijn dronefoto’s gemaakt, evenals speciale hoogtekaarten en grafische visualisaties van het ontstaan van de stuwwallen tot inspirerende vergezichten op ontwikkelingen in de loop van deze eeuw.
Bij de atlas is een podcast gemaakt met verhalen over water op de Veluwe: ‘De Veluwe stroomt’. Welke rol spelen sprengen en beken vroeger en nu? Hoe zorgen we voor voldoende water voor drinkwater, landbouw en natuur op de Veluwe? Wim Eikelboom zoekt het uit en brengt de kaarten in de atlas tot leven.
Martin Berendse, Paul Brood, Historische wegenatlas NL: Nederland in beweging (Wbooks, 2024).
Centraal in deze atlas staan de transportroutes en -bewegingen in en door de Lage Landen bij de zee. Aan bod komen allerlei soorten wegen en daarmee verbonden elementen: houten wegen door het veenmoeras, onze eerste Romeinse straatweg, tolhuizen, veerboten, gierponten, karrensporen, ringwegen, koningswegen, kanalen, vliegvelden, rotondes, B-wegen, fietspaden, het 1200-kilometer-plan, de Gooische Moordenaar, metro’s en de Hoge Snelheidslijn.