Op je gevoel door het landschap: Interview met Elyze Storms-Smeets

Sinds 2018 financiert provincie Gelderland een leerstoel aan de Radboud Universiteit met de leeropdracht Gelderse Geschiedenis. Per 1 januari 2025 is Elyze Storms-Smeets hiervoor benoemd als bijzonder hoogleraar Gelderse Geschiedenis. Zij neemt daarmee het stokje over van Dolly Verhoeven. Tijdens de ALV van 21 mei is Elyze Storms-Smeets ook toegetreden tot het bestuur van Vereniging Gelre. Tijd dus om haar voor te stellen aan de hand van een aantal vragen.

1. Kun je jezelf kort voorstellen?

Ik ben historisch geograaf en landschapshistoricus. Oorspronkelijk kom ik uit Valkenburg in Zuid-Limburg. Als kind was ik al in het landschap om me heen geïnteresseerd, maar tijdens mijn studie Sociale Geografie in Utrecht kwam ik er pas achter dat je dat kunt studeren. Toen ik het vak Historische Geografie volgde dacht ik, yes, dit is het! Tijdens mijn studie ben ik een jaartje naar Engeland geweest als Erasmus exchange student (University of Durham), daarna heb ik een paar jaar gewerkt en vervolgens een promotie gedaan aan de Universiteit van Leeds.

Mijn promotieonderzoek ging over de historische geografie van buitenplaatsen en landgoederen. Mijn tijd in Engeland heeft me echt gevormd als wetenschapper.

Ongeveer achttien jaar geleden begon ik bij het Gelders Genootschap, waar ik nog steeds werkzaam ben als senior adviseur erfgoed en landschap. Daar heb ik projecten geleid als Gelders Arcadië, Kastelenboek Gelderland, Ideefabriek Achterhoek, Waterkracht en Oorlog in Arcadië. Toch bleef ik de behoefte houden om daarnaast academisch bezig te blijven.

Ik werd daarom naast mijn werk bij het Gelders Genootschap Universitair Docent Historische Buitenplaatsen en Landgoederen bij de Rijksuniversiteit Groningen, en later Universitair Hoofddocent Cultureel Erfgoed en Participatieve Ruimtelijke Ontwikkeling bij Wageningen University & Research. De nadruk lag daar op een ruimtelijke benadering van vraagstukken en op erfgoedparticipatie. En begin dit jaar ben ik dus begonnen in Nijmegen.

2. Verwacht je over de grenzen van je eigen specialisatie heen te gaan kijken? Zo ja, hoe?

Ja natuurlijk, dat moet in mijn vakgebied wel. Historische geografie is zo’n klein vakgebied in Nederland, ik doe niets anders dan samenwerken met andere disciplines. Ik werk samen met hydrologen, sociologen, antropologen, noem maar op. Eigenlijk vind ik dat juist wel heel leuk. Ik hou van die integraliteit, verwevenheid van die verschillende vakgebieden. Ik zit midden in de praktijk en voor alle opgaves die we hebben is het belangrijk dat alle vakgebieden elkaar versterken. Ons landschap is in het verleden altijd zodanig opgezet en ontwikkeld dat verschillende landschapstypen en functies met elkaar verbonden en verweven waren. Als je dat uit elkaar gaat trekken in verschillende vakgebieden dan snap je het gewoon niet helemaal.

Een voorbeeld is de wateropgave van de Veluwezoom. Als gevolg van klimaatverandering worden we geconfronteerd door lange droge periodes en korte periodes van hoosbuien. De vraag is dan hoe je water kunt vasthouden tijdens droogte en wateroverlast kunt voorkomen bij hoosbuien. Daar werk ik bijvoorbeeld samen met landschapsarchitecten, ecologen, geologen en hydrologen. Ik begin mijn onderzoek door te kijken naar de geschiedenis van het watergebruik: waar was er water, door wie werd het gebruikt en waarom. Die informatie stuur ik door naar anderen die kijken hoe het natuurlijke systeem in elkaar zit. We gaan gelijktijdig op en daardoor snap je samen beter wat je ziet.

3. Over welk stukje Gelderse geschiedenis zou je de komende jaren graag meer te weten komen?

Kom naar mijn oratie! Daar zal ik vertellen over mijn plannen voor de komende jaren, waarbij ik me ga focussen op de Gelderse landschapsgeschiedenis. Voor mij staan twee speerpunten centraal: Landschap in transitie en Inclusieve samenleving.

In de erfgoedzorg wordt steeds meer gewerkt vanuit de gedachten van het Verdrag van Faro: dat erfgoed van iedereen is en dat iedereen mag bijdragen aan erfgoed. Het gaat dus steeds meer over inclusiviteit en meerstemmigheid. Echter,  bij erfgoed- en participatiebijeenkomsten zie je vaak steeds dezelfde mensen terug, terwijl de samenleving veel en veel diverser en gelaagder is.

Erfgoed is van iedereen, maar hoe krijgen we het dan echt voor iedereen? Daarvoor moeten we aan inclusieve geschiedenisbeoefening doen: naar alle sociale lagen in de geschiedenis kijken én hele actieve handreikingen doen om de groepen die we missen te betrekken. Er is blijkbaar een drempel; zij voelen zich niet gezien of gehoord. Dat beeld moeten we veranderen. Dat doe je alleen door actie te ondernemen en open te staan voor verandering.

In het project dat ik vorig jaar heb afgerond over landgoederen in de Tweede Wereldoorlog (Oorlog in Arcadië, red.) hebben we bijvoorbeeld ons best gedaan om veel diversiteit aan te brengen in de mensen wiens verhalen we opnamen. Een landgoeddochter heeft een hele andere kijk op die oorlogsperiode dan een jonge Duitse soldaat op datzelfde landgoed of een boer. Met het verdrag van Faro hebben we een kans om dit op te pakken, laten we dat dan ook doen.

Daarnaast heb ik één taak meegekregen van de universiteit: een regionale onderzoeksagenda opzetten en van daaruit ook echt dingen gaan doen. Op de regionale onderzoeksagenda komen onderwerpen en thema’s die een belangrijk aanknopingspunt zullen zijn voor toekomstig historisch onderzoek. Die onderwerpen en thema’s worden samengesteld met inwoners en organisaties uit de regio. Thema’s die sowieso op de agenda moeten komen zijn leven met water, groen erfgoed, dus bomen en bos, en de meerstemmigheid van erfgoedgemeenschappen. Ik zie allerlei mogelijkheden om daarmee aan de slag te gaan: in een groot internationaal onderzoeksproject, scripties van studenten, of wat dan ook. Bij leren van het verleden gaat het niet om kopiëren van dat verleden. Het gaat wél om snappen waar we vandaan komen, waar we nu staan en waar we heen willen. Met kennis van het verleden kun je vooruit kijken. We beginnen niet met een blanco kaart bij maatschappelijke opgaven, of die nu maatschappelijk-sociaal van aard zijn of ruimtelijk. Ik ben heel benieuwd hoeveel studenten een onderwerp willen gaan kiezen van de regionale onderzoeksagenda.

4. Welke aspecten van het bijzonder hoogleraarschap Gelderse Geschiedenis zou je willen voortzetten? En wat ga je anders doen?

We hebben nu dankzij Dolly een prachtige basis met het Verhaal van Gelderland en daarom kunnen we kijken op welke velden er knowledge gaps zijn. Waar zijn gaten te vullen? Zowel academisch gezien als vanuit de praktijk. Dat zullen vooral punten zijn in relatie tot het hedendaagse ruimtelijke landschap. Daarbij neem ik 25 jaar praktijkervaring in de erfgoedwereld van landschap en ruimtelijk erfgoed mee.

Dolly was een kei in verbinden en dat is iets wat ik graag wil voortzetten. Dat zal centraal staan in de uitvoering van de regionale onderzoeksagenda: hoe kunnen we elkaar binnen en buiten de regio versterken? Ik kijk daarbij ook over provinciegrenzen heen wanneer een historische gebeurtenis zich over die grenzen heen ontwikkelde, of wanneer het interessant is om onze regio te vergelijken met anderen.

Verder moet het zich ook nog vormen, we staan pas aan het begin. Zo moet de regionale onderzoeksagenda niet alleen mijn ding worden, maar van alle collega’s binnen en buiten de Radboud Universiteit en van maatschappelijke partners.

5. Welke plek in Gelderland kun je aanbevelen?

Oooh, alle plekken! Ga wandelen! Ik vind wandelen echt de meest fantastische manier om het landschap te ontdekken. Ik ben ook blij dat we vanuit Renkum, waar ik woon met mijn gezin, zoveel verschillende landschappen binnen handbereik hebben: de uiterwaarden bij de Rijn, de bossen van heerlijkheid Doorwerth, het Wageningse bergpad, de heidelandschappen van de Veluwe. Ook ga ik regelmatig met mijn familie een ander stukje Gelderland ontdekken. Of het nou de Duivelsberg bij Berg en Dal is, het historische stadje Buren, langs de kastelen in Vorden of aan het Zuiderzeepad langs het IJsselmeer. De diversiteit in landschappen is zo groot in Gelderland. Elke wandeling is weer een verrassing.

Gelderland heeft zoveel fantastisch mooie landschappen met rijke geschiedenis, dus ga erop uit!

Op 2 oktober 2025 om 15.45 uur precies spreekt Elyze Storms-Smeets haar inaugurele rede uit aan de Radboud Universiteit. De titel van haar voordracht luidt ‘Verbonden in tijd en ruimte: Geschiedenissen van Gelderse gemeenschappen en landschappen’. Iedereen is van harte welkom.