Het jaarlijkse Gelre-symposium van 2017 was gewijd aan Gelderse muziekgeschiedenis en werd gehouden in het Rozet, Kortestraat 16 te Arnhem. Op het programma stonden onder meer lezingen over muziekonderwijs op adellijke huizen, de Nijmeegse ‘Vereeniging’ en de Achterhoekse popcultuur.
De dag begon met de Algemene Ledenvergadering. Daarna volgden de lezingen, afgewisseld met een lunch en een bezoek aan het Erfgoedcentrum in het Rozet. In het Erfgoedcentrum was vanwege het symposium een groot aantal werken tentoongesteld uit de rijke muziekcollectie van Bibiotheek Arnhem. Pieter Goossen, muziekbibliothecaris van Bibliotheek Arnhem, gaf toelichting bij deze werken.
Tijdens het symposium werden zes lezingen gehouden door de volgende sprekers:
- Johan Oosterman (hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde, Radboud Universiteit Nijmegen)
Du bist de liepste vrouwe mijn. Hoofse liedcultuur ten tijde van Marie d’Harcourt, hertogin van Gelre en Gulik
Er is niet veel bekend over het muziekleven aan het Gelderse hof in de vroege vijftiende eeuw. Maria’s Franse voorgeschiedenis doet vermoeden dat ze vertrouwd was met een rijke muziekcultuur en er zijn bij nadere beschouwing meer bronnen dan vaak gedacht is. Alle reden muziek en zang aan het Gelders-Gulikse hof in de jaren 1405-1423 te heroverwegen.
- Helen Metzelaar (docent muziekgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam)
Hemelse klanken. Muziekeducatie op de Gelderse buitenplaats
Dat er in Gelderland op kastelen en buitenplaatsen werd gemusiceerd is bekend door de muziekinstrumenten en collecties bladmuziek die er werden gevonden. Ook weten we uit brieven en kasboeken dat er muziekonderwijs aan de kinderen werd gegeven door muziekleraren. Welke rol de adellijke dames hierin speelden is tot nu toe minder belicht.
- Ingrid Jacobs (historica, publiciste)
De dirigent en de harpiste – Arnhemsche Orkest Vereeniging of Concertgebouworkest?
In 1889 richtte dirigent Jan Albert Kwast de AOV op, naar zijn grote voorbeeld het Concertgebouworkest. Hoe ontwikkelde de orkestklank zich van Kwast tot Spaanderman en hoe beïnvloedde de akoestiek van Musis Sacrum het Arnhemse muziekleven?
- Joop Leijendeckers (bestuurslid Vrienden van Concertgebouw De Vereeniging)
‘Belofte van nieuwe en groote daden op kunstgebied’ – Concertgebouw De Vereeniging
Willem Mengelberg noemde Concertgebouw De Vereeniging in 1915 ‘de modelzaal van Nederland’, waarmee hij doelde op de uitstekende en inmiddels wereldvermaarde akoestiek van de Grote Zaal. Hoewel er in Nijmegen ook vóór 1915 al veel moois te beluisteren viel, leverde het nieuwe concertgebouw een belangrijke impuls aan het muziekleven in Nijmegen.
- Joop Boerstoel (senior adviseur muziek Musidesk/Rijnbrink, dirigent)
Amateur(blaas)muziek in Gelderland
De relaties tussen groepen amateurkunstenaars en de maatschappij geven de amateurkunst een bijzondere en belangrijke positie in het leven van alledag. Dat is nu het geval maar ook al vele jaren geleden zagen industriëlen, arbeidersverenigingen, overheden en kerkelijke instanties al de waarde van amateurkunst als een mogelijkheid om grote groepen mensen een zinvolle en plezierige invulling van hun vrije tijd te geven.
- Maarten Zwiers (universitair docent Amerikaanse geschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen)
Van Hummelo tot Sweet Home Alabama – Plattelandsrock in transnationaal perspectief
Plattelandsrock is niet iets typisch Achterhoeks of Nederlands, maar kom je ook buiten de landsgrenzen tegen. In deze lezing staat de muzikale constructie van een regionale identiteit centraal. Door een vergelijking tussen de Achterhoekse boerenrockformatie Normaal en de Amerikaanse southern rockband Lynyrd Skynyrd wordt duidelijk hoe bepaalde regionale aspecten die vaak als uniek worden beschouwd feitelijk transnationaal van aard zijn.