De opgraving van het Romeinse tempelcomplex bij Herwen deze zomer gold als één van de meest spectaculaire ontdekkingen van heel Noordwest-Europa. Wendy Hoek, studente Archeologie aan de Hogeschool Saxion (inmiddels afgestudeerd), doet speciaal voor de Nieuwsbrief verslag hoe het is om deel te nemen aan de bijzondere opgraving van De Geitenwaard.
‘Iedereen heeft wel wat gelezen of gehoord over de Romeinse tempel die in Herwen is opgegraven. Hier heb ik het geluk bij gehad om mee te mogen helpen bij de opgraving. Onder mijzelf en mijn collega’s van archeologisch onderzoeksbureau RAAP stond deze opgraving bekend onder de naam De Geitenwaard.
Mijn eerste dag op de opgraving weet ik zelf nog heel goed. Toen al was ik bezig met het blootleggen van het pleisterwerk. Dit was in het begin van de opgraving nog zo bijzonder doordat we dit nog niet eerder hadden gezien en niet in zulke hoeveelheden. Ik zal het alvast verklappen: aan het eind van de opgraving kwamen de meest mooie kleuren je tegemoet. Terwijl ik met een aantal collega’s van RAAP en vrijwilligers van de Nederlandse Archeologievereniging bezig was, werd het wat rumoerig bij de kraan en vaak betekent dat maar één ding: er is wat moois gevonden. Toen we met zijn allen gingen kijken, lag daar de eerste votiefsteen, één van velen. Dit zijn stenen die als offer werden gegeven aan de goden met daarop inscripties, beeldhouwwerk of schilderingen. De votiefsteen die was gevonden was nog helemaal intact en de letters waren na een klein beetje schoonmaken duidelijk te lezen.
Zelf heb ik nog nooit zo’n opgraving meegemaakt. Zoveel geweldige voorwerpen van terra sigilata, het luxe-aardewerk uit de Romeinse tijd, tot de votiefstenen en de verhalen die daardoor aan het licht komen. De verhalen vond ik zelf het mooiste; dat terwijl je daar over de opgraving liep je een beeld kon vormen van wat daar allemaal had afgespeeld.
Zo’n opgraving als hier is een once in a lifetime gebeurtenis en ik ben blij dat ik kan zeggen dat ik op deze bijzondere opgraving heb mogen helpen.’