Vandaag viel Mooi Gelderland in de bus, het tijdschrift van Geldersch Landschap & Kasteelen. Bladerend door dit blad zie ik de mooie natuur, de indrukwekkende kastelen en landhuizen, het vele mooie erfgoed waaraan Gelderland rijk is. De foto’s sporen je aan erop uit te gaan. Het is een aansporing die nauwelijks nodig in deze tijd: tijdens onze wandelingen en fietstochten ontdekken we onbekende paadjes, monumenten die we daarvoor over het hoofd zagen, horen we vogels die we nooit eerder opmerkten. De wereld dichtbij voelt misschien te klein na twaalf maanden pandemie, maar blijkt nog altijd rijk aan verrassingen. Met de geschiedenis en het erfgoed van je eigen stad of regio is er iets vergelijkbaars aan de hand.
Meeslepend is het verhaal van verre landen en culturen, maar zeker zo boeiend is de lokale geschiedenis. In Museum Het Valkhof is de komende maanden een tentoonstelling te zien over de pest. Het is een mondiaal verhaal, maar met treffende Gelderse details over artsen als Henricus Spijker en IJsbrand van Diemerbroeck. En in juni, zo hopen we, is er een symposium over de Tweede Wereldoorlog in de Betuwe. Het lijkt een voetnoot bij de geschiedenis, maar voor wie beter kijkt is het hele drama van het laatste oorlogsjaar daarin te zien.
Het verhaal van Gelderland is verbonden met het verhaal van de hele wereld, zo toont een middeleeuws handschrift dat later dit jaar in Huis Bergh te zien is en in de projecten van ‘ontgrenzer’ Christa van Dee.
Verenigingen die zich bezighouden met de geschiedenis van de eigen stad, streek of provincie blijven dicht bij huis, zo lijkt het. Maar wie deze nieuwbrief doorleest, en wie nog eens bladert door de enkele maanden geleden verschenen Bijdragen en mededelingen Gelre, komt de hele wereld tegen. Wie weet een troostende gedachte in een tijd waarin onze reizen minder ver gaan dan we zouden willen.
Johan Oosterman
10 maart 2021